De Scandinavische woonstijl blijft populair in Nederland. De Scandinavische woonstijl is te herkennen aan het minimalistische, comfortabele, kwalitatieve en tijdloze interieur. Zo komt er vaak niet te veel geks bij kijken maar blijft het interieur vrij simpel maar toch erg leuk. Vaak wordt de scandinavische woonstijl ook gecombineerd met een andere woonstijl, denk aan de landelijke woonstijl. Lees hieronder wat er allemaal thuis hoort in een Scandinavisch interieur.
Bij een Scandinavische woonstijl is een lichte ruimte erg belangrijk. Denk aan lichte kleuren muren, meubels en accessoires. Als er kleuren worden gebruikt zijn dit meestal koele kleuren. Lichte en koele kleuren zorgen namelijk voor rust. Er worden voor lichte kleuren gekozen omdat de lichturen in Scandinavische landen minder lang zijn dan in het zuiden van Europa. Op deze manier zorgen ze er dus voor dat de ruimtes opgelicht worden ook als het donker is.
In een Scandinavisch interieur zie je geen overbodige accessoires terugkomen. Balans is bij deze woonstijl erg belangrijk. Zo zie vaak geen massieve meubels terugkomen maar juist meubels waar je doorheen kunt kijken. Denk aan meubels op ranke poten. Ook zie je vaak dat meubels zoals kasten de hoogte in gaan. Op deze manier houd je de zichtlijnen zo vrij mogelijk en lijkt de ruimte erg ruimtelijk.
Hout is een materiaal wat je veel terug ziet komen in een Scandinavische woonstijl. Dit omdat in de Scandinavische landen veel bos te vinden is. Zo zul je hout terug zien komen in bijvoorbeeld de meubels, vloer, accessoires maar ook soms op de wand. Het hout moet niet te robuust zijn maar het liefst juist glad en licht van kleur. Ook is wol en katoen zijn elementen wat echt hoort in een Scandinavisch interieur. Katoen zul je vooral terugzien in bijvoorbeeld de banken en het wol als deken, kussen of accessoire op een stoel.
Rust is ook een kenmerk in de Scandinavische woonstijl. Zo zijn geometrische vormen ook een belangrijk element in deze woonstijl. De geometrische vormen zorgen namelijk voor een lijnenspel waardoor het er niet rommelig uitziet. De vormen kunnen terugkomen in bijvoorbeeld een vloerkleed, kussens, schilderijen, een tafel of de poten van een stoel. Het lijnenspel moet niet overheersen maar zorgen voor balans in een ruimte.